Geschreven door Nikkie van Lierop.
Karen had me al wat verteld over de jongeman die zou langskomen; hij had aangegeven dat hij wilde leren mediteren, ademhalingsoefeningen doen, rust vinden, dus hielden we dat voor ogen. Er zijn immers oneindig veel van die oefeningen, daar ben je wel even zoet mee, we zouden wel iets vinden dat hem aanspreekt. Ook vertelde ze me dat hij ergens mee zat, iets dat in zijn jeugd moet zijn gebeurd, maar wat dat precies is, kon hij zelf niet zeggen. Toen hij binnenkwam zag ik vooral een opgewekte man. Pezig, gespierd, gekleed in jeans en trui, midden op zijn hoofd nog slechts een schaduw van zijn haar te zien.
Karen begon zoals meestal met een geleide meditatie, waarbij zij hem meenam naar zowel zonnige als duistere stukken in hemzelf. Ik begeleidde met klankschalen en een zacht percussie-instrument dat als een kabbelend riviertje kan klinken maar ook als een stevige moesson-bui.
We gaan altijd op zoek naar wat in iemand speelt, we proberen dat te ‘voelen’. Karen en ik zijn nu zo op elkaar afgestemd dat we best gauw te weten komen waar iemand geblokkeerd zit. Zij met haar gesprekstherapie, en ik door te zingen en op mijn instrumenten te spelen. Meestal komt wat er in de cliënt omgaat, naar boven. Heel vreemd, maar ook weer niet.
Bij hem duurde het erg lang. Hij bewoog niet, lag diep en rustig te ademen. Karen ik dachten op een gegeven moment dat hij ‘weg’ was. Of in slaap was gevallen! Ik begon met mijn trommel. Geen reactie. Zijn ademhaling was diep, ik zag het ritme van zijn hartslag in zijn hals. Ik vroeg hem waar hij zat. En waar hij heen gaat als hij niet hier is. Vanwaar die vragen? Geen idee.
Toen ik op de sensula begon te spelen en daarbij zacht zong, zagen Karen en ik dat hij met de seconde aan het veranderen was: zijn gezicht en lippen werden bleek en hard, hij balde zijn handen tot vuisten. Die schijnbare rust van hem was er niet meer. Ik dacht dat hij wilde weglopen, dat wij helemaal niet deden wat hem ook maar enigszins deugd deed of verder hielp en dat ik hem ergerde met mijn gezang. Hij klemde zijn kaken opeen.
Plots ging het licht aan bij ons.
Ik pakte de trommel weer op en begon er behoorlijk op te kloppen.
“Waar ben je, en waarom ben je zo kwaad?” vroeg ik hem uitdagend. Hoe vaker ik die vraag stelde, hoe kwader hij leek te worden.
En toen gebeurde het: hij barstte helemaal los. Hij riep, nee, brulde, met een stem die van heel diep kwam. Een stem die heel anders klonk dan de stem waar hij dagelijks mee door het leven gaat, eentje die al te lang in zijn systeem vast zat. Een oerschreeuw, dat was het. Het was zo heftig dat zijn hele lichaam tot een spier verwerd, hij bewoog alsof hij zichzelf de lucht in zou katapulteren. Steeds luider sloeg ik op mijn trommel, steeds harder riepen Karen en ik dat hij nòg luider, nòg meer mocht roepen en vrijheid geven aan wat vrij diende te zijn, het is nu of nooit.
En plots zagen we het:
Hier ligt geen man die zich met websites moet bezighouden, nee, hier ligt een man met een krachtig kloppend krijgershart! Hier ligt een indiaan, the last mohecan!
Even plots zagen we hem, beschilderd en getooid met veren, rond een hoog oplaaiend vuur dansen tijdens een powwow, zich klaarmakend voor de jacht, of een strijd! Zijn ogen schitterden, zijn gezicht en lippen kregen kleur, de lippen ontspanden zich. Achteraf zei hij dat hij, toen hij de trommel hoorde, het gevoel had midden in een ritueel te zitten. Volgens ons een gevoel dat hij herkende. Iets uit lang vervlogen tijden, wie weet uit een vorig leven.
Hij kijkt al uit naar volgende keer. Wij ook. Eens kijken of we een mooie indianennaam voor hem zullen vinden. Dat zal nodig zijn want we zijn leuke dingen van plan.
Dit was een spectaculaire sessie, dat is het minste dat ik mag zeggen.
Eveneens denk ik dat ik mag zeggen dat we opgelucht waren, dankbaar voor deze ontlading, dankbaar ook dat we dit mogen doen. En ook heel erg dankbaar dat onze cliënten ons toelaten hen te helpen bij hun kern te komen.
Geschreven door Nikkie van Lierop